|
||||||||
De Amerikaanse zangeres en songschrijfster Joan Osborne uit Brooklyn, New York hier nog aan u voorstellen is wellicht een overbodige taak. Elke rechtgeaarde muziekliefhebber kan haar grootste hit “One Of Us” uit 1995 waarschijnlijk nog altijd van begin tot einde meezingen. Dat was een nummer op haar tweede plaat “Relish” uit 1995 en het werd een wereldhit die haar een zevental ‘Grammy Awards’ opgeleverd heeft. Voordien had ze in 1991 haar eigen platenlabel ‘Womanly Hips’ opgericht en er meteen haar debuutplaat “Soul Show: Live At Delta 88” op uitgebracht. De jongedame van toen met haar roots in Anchorage, Kentucky verhuisde eind jaren ’80 naar Brooklyn, New York City en ze is intussen ook 58 jaar geworden. In haar lange carrière heeft ze een hele serie muziekgenres gefrequenteerd, gaande van pop over rock, folk, funk, blues, country, R&B tot soul. Al die stijlen kwamen doorheen de jaren aan bod in de songs op haar albums waarvan “Love and Hate” in 2014 de laatste plaat was met eigen nummers. In 2017 bracht Joan Osborne ook nog een coverplaat uit met liedjes van Bob Dylan op het album met de zelfverklarende titel “Songs Of Bob Dylan”. Nu is er midden september 2020 echter een nieuwe plaat van haar verschenen met tien nieuwe zelf gecomponeerde songs. Titel van het werkstuk is “Trouble And Strife” en het biedt de luisteraars alweer een brede mix van allerlei muziekstijlen zoals o.a. te horen is in de twee audiovideo’s bij deze recensie. Het zijn de in R&B-stijl gebrachte albumopeningstrack en eerste single “Take It Any Way I Can Get It”, gevolgd door het soulvol swingende liedje “That Was A Lie”. In de songs op deze tiende zelf geproduceerde studioplaat probeert ze als een soort politiek activiste een beeld te schetsen van wat er allemaal gebeurt en misloopt in haar land en in de rest van de wereld. Songtitels als “What’s That You Say”, “Hands Off” en “That Was A Lie” over machtsmisbruik en de in ‘country & western’-stijl gebrachte albumtiteltrack spreken voor zichzelf. Joan Osborne gelooft dan ook oprecht dat muziek voor alle mensen een verbindende factor in het hedendaagse hectische leven vol conflicten en mistoestanden kan zijn. Tussendoor krijgen we echter ook nog een oprecht gemeend liefdesliedje met “Never Get Tired (Of Loving You)” dat misschien ook wel bedoeld is voor haar oogappel, zijnde haar weldra 16-jarige dochter. De heerlijke ballad “Whole Wide World” is naar onze persoonlijke mening het mooiste liedje op “Trouble And Strife”, zowel qua arrangement en instrumentatie als qua zangprestatie van Joan Osborne. Ook het lijstje van gastmuzikanten die Joan Osborne bij de opname van dit album hebben bijgestaan kan gerust indrukwekkend genoemd worden. Zo bemerken we de namen van gitaristen Jack Petruzelli, Nels Cline (van ‘Wilco’) en Andrew Carillo, naast haar liefdespartner Keith Cotton op toetsen, Richard Hammond op basgitaar en Aaron Comess op drums. Voor de vrouwelijke harmony vocals bij de songs zorgden Catherine Russell, Ada Dyer, Martha Redbone en Audrey Martells. (valsam)
|
||||||||
|
||||||||